Toelichting

Overzicht ontvangsten en uitgaven - functioneel (schema T1)

Terug naar navigatie - Overzicht ontvangsten en uitgaven - functioneel (schema T1)

Schema T1 toont u, per beleidsdomein, de gerealiseerde en geraamde uitgaven en ontvangsten. We tonen dit voor het exploitatie-, investerings- en financieringsbudget.

2020 2021 2022 2023 2024 2025
Algemene financiering
Exploitatie
Uitgaven 280.885 263.585 249.565 252.575 375.747 445.809
Ontvangsten 13.876.064 14.098.534 14.806.536 17.058.116 17.103.602 17.675.193
Saldo 13.595.179 13.834.949 14.556.971 16.805.541 16.727.855 17.229.384
Investeringen
Uitgaven - 22.000 - 30.000 -
Ontvangsten - - 400.000 -
Saldo - -22.000 400.000 -30.000 -
Financiering
Uitgaven 1.097.500 1.773.808 2.902.502 1.543.771 1.479.959 1.808.169
Ontvangsten 1.596.948 2.875.094 728.211 4.033.956 3.043.560 3.197.724
Saldo 499.448 1.101.286 -2.174.291 2.490.185 1.563.601 1.389.555
Algemeen bestuur
Exploitatie
Uitgaven 4.092.899 4.444.672 4.853.000 5.533.866 5.637.637 5.647.502
Ontvangsten 226.818 293.429 352.087 340.846 358.776 374.857
Saldo -3.866.081 -4.151.243 -4.500.913 -5.193.020 -5.278.861 -5.272.645
Investeringen
Uitgaven 178.832 453.378 1.448.478 1.370.200 1.237.500 237.500
Ontvangsten 412 3.000 - 152.000 - -
Saldo -178.420 -450.378 -1.448.478 -1.218.200 -1.237.500 -237.500
Financiering
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo - - - - - -
Veiligheid
Exploitatie
Uitgaven 1.522.625 1.448.952 1.933.000 2.214.822 2.264.494 2.331.393
Ontvangsten 18.336 21.164 22.000 21.000 21.000 21.000
Saldo -1.504.289 -1.427.788 -1.911.000 -2.193.822 -2.243.494 -2.310.393
Investeringen
Uitgaven 114.304 101.972 142.254 282.692 99.735 110.850
Ontvangsten - - - - - -
Saldo -114.304 -101.972 -142.254 -282.692 -99.735 -110.850
Financiering
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo - - - - - -
Wegen en mobiliteit
Exploitatie
Uitgaven 910.171 1.067.525 1.238.787 1.323.739 1.287.105 1.296.149
Ontvangsten 99.549 58.303 54.812 70.227 75.226 80.147
Saldo -810.622 -1.009.222 -1.183.975 -1.253.512 -1.211.879 -1.216.002
Investeringen
Uitgaven 2.758.925 1.142.053 2.051.921 1.449.355 844.585 1.087.055
Ontvangsten 985.760 393.660 1.103.439 663.235 127.985 137.985
Saldo -1.773.165 -748.393 -948.482 -786.120 -716.600 -949.070
Financiering
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo - - - - - -
Wonen en werken
Exploitatie
Uitgaven 3.566.112 3.126.549 3.430.981 3.951.147 4.020.308 4.110.736
Ontvangsten 1.370.307 1.344.512 1.294.053 1.186.562 1.177.102 1.181.627
Saldo -2.195.805 -1.782.037 -2.136.927 -2.764.585 -2.843.206 -2.929.109
Investeringen
Uitgaven 2.377.220 1.629.825 695.385 2.724.191 112.000 112.000
Ontvangsten - - 281.376 27.150 65.000 -
Saldo -2.377.220 -1.629.825 -414.009 -2.697.041 -47.000 -112.000
Financiering
Uitgaven - - - 200.000 200.000 200.000
Ontvangsten 22.545 24.473 24.473 2.022.545 22.545 22.545
Saldo 22.545 24.473 24.473 1.822.545 -177.455 -177.455
Vrije tijd
Exploitatie
Uitgaven 1.828.522 1.830.938 2.115.309 2.535.565 2.429.834 2.472.538
Ontvangsten 51.536 157.176 242.242 102.037 107.877 113.732
Saldo -1.776.986 -1.673.762 -1.873.067 -2.433.528 -2.321.957 -2.358.806
Investeringen
Uitgaven 451.697 61.131 421.530 316.650 90.500 15.000
Ontvangsten - 4.998 55.750 12.000 80.000 -
Saldo -451.697 -56.133 -365.780 -304.650 -10.500 -15.000
Financiering
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo - - - - -
Leren en welzijn
Exploitatie
Uitgaven 4.958.898 5.643.452 5.999.956 6.363.591 6.102.199 6.189.687
Ontvangsten 4.115.993 4.793.429 4.399.032 4.756.285 4.444.414 4.502.219
Saldo -842.905 -850.023 -1.600.924 -1.607.306 -1.657.785 -1.687.468
Investeringen
Uitgaven 225.193 139.733 335.482 423.950 821.000 1.126.000
Ontvangsten - 21.978 50.000 146.300 750.000 230.000
Saldo -225.193 -117.755 -285.482 -277.650 -71.000 -896.000
Financiering
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo - - - - - -
MEERJARENPLAN HERZIENING 4 BEGINKREDIET 2023
Journaalvolgnummers: 79728
Gemeente Nazareth (0207.453.801) - Dorp 1, 9810 Nazareth
OCMW Nazareth (0212.201.356) - Zwanestraat 30, 9810 Nazareth

Overzicht ontvangsten en uitgaven - economisch (schema T2)

Terug naar navigatie - Overzicht ontvangsten en uitgaven - economisch (schema T2)

In schema T2 tonen we de gerealiseerde en geraamde uitgaven en ontvangsten per soort.

I. Exploitatie-uitgaven 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Operationele uitgaven 16.928.816 17.617.679 19.633.357 21.997.775 21.811.521 22.120.971
1. Goederen en diensten 3.225.087 3.741.209 4.326.911 4.416.639 4.171.261 4.078.717
2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 8.894.594 9.581.990 10.328.662 11.631.449 11.929.287 12.209.187
a. Politiek personeel 355.745 372.864 384.508 422.935 430.093 437.395
b. Vastbenoemd niet-onderwijzend personeel 1.914.742 1.954.402 1.864.724 1.814.833 1.918.940 2.001.224
c. Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel 4.091.591 4.436.737 5.070.468 6.247.012 6.371.952 6.499.389
d. Onderwijzend personeel ten laste van het bestuur 43.184 75.826 54.103 55.818 56.934 58.074
e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden 2.111.235 2.338.419 2.500.000 2.600.000 2.652.000 2.705.040
f. Andere personeelskosten 288.290 315.625 363.936 362.989 368.948 375.037
g. Pensioenen 89.807 88.117 90.923 127.862 130.420 133.028
3. Individuele hulpverlening door het O.C.M.W. 522.055 478.352 656.339 827.787 572.630 574.599
4. Toegestane werkingssubsidies 4.271.080 3.799.679 4.309.154 5.109.557 5.125.297 5.245.368
- aan de eigen autonome gemeentebedrijven (AGB) 532.675 581.706 470.073 682.380 589.338 599.687
- aan welzijnsverenigingen 990.756 635.029 784.150 991.238 1.027.106 1.048.854
- aan andere OCMW-verenigingen 5.855 5.923 - - - -
- aan de politiezone 1.100.837 1.039.905 1.453.379 1.685.907 1.719.625 1.754.018
- aan de hulpverleningszone 393.158 393.568 459.524 508.725 524.719 557.225
- aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) 589.028 758.423 785.610 896.099 912.599 954.674
- aan besturen van de eredienst 15.000 9.936 41.358 22.773 20.000 20.000
- aan andere begunstigden 643.772 375.189 315.060 322.435 331.910 310.910
5. Andere operationele uitgaven 16.000 16.449 12.291 12.343 13.046 13.100
B. Financiële uitgaven 231.297 207.995 187.241 177.529 305.803 372.843
1. Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden 230.365 206.958 185.991 176.279 304.553 371.593
- aan financiële instellingen 222.761 204.694 184.725 173.875 301.535 368.280
- aan andere entiteiten 7.604 2.264 1.266 2.404 3.018 3.313
2. Andere financiële uitgaven 932 1.037 1.250 1.250 1.250 1.250
C. Rechthebbenden uit het overschot van het boekjaar
17.160.112,91 17.825.674,00 19.820.598 22.175.304 22.117.324 22.493.814
II. Exploitatieontvangsten 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Operationele ontvangsten 19.294.066 20.193.685 20.708.552 23.233.508 22.986.433 23.647.211
1. Ontvangsten uit de werking 929.832 1.052.907 1.159.095 1.202.142 1.182.302 1.192.051
2. Fiscale ontvangsten en boetes 10.418.683 10.534.904 10.991.480 12.961.231 12.853.029 13.286.343
a. Aanvullende belastingen 9.494.026 9.312.945 9.785.980 11.668.460 11.549.985 11.972.924
- Opcentiemen op de onroerende voorheffing 4.764.193 4.772.077 4.863.519 5.445.715 5.772.457 5.887.907
- Aanvullende belasting op de personenbelasting 4.512.897 4.309.488 4.688.893 5.971.064 5.510.896 5.813.103
- Andere aanvullende belastingen 216.936 231.380 233.568 251.681 266.631 271.914
b. Andere belastingen en boetes 924.657 1.221.959 1.205.500 1.292.771 1.303.044 1.313.419
3. Werkingssubsidies 7.298.743 8.006.114 7.897.943 8.476.936 8.326.877 8.515.840
a. Algemene werkingssubsidies 3.464.749 3.575.189 3.827.480 4.109.286 4.262.951 4.401.205
- Gemeentefonds 2.621.958 2.764.127 2.845.419 2.930.703 3.018.968 3.110.399
- andere algemene werkingssubsidies 842.791 811.062 982.061 1.178.583 1.243.983 1.290.806
* van de federale overheid 126 126 - - - -
* van de Vlaamse overheid 842.665 809.885 982.061 1.178.583 1.243.983 1.290.806
* van de provincie - - - - - -
* van andere entiteiten 1.051
b. Specifieke werkingssubsidies 3.833.993 4.430.925 4.070.463 4.367.650 4.063.926 4.114.635
- van de federale overheid 746.640 603.401 675.672 941.199 609.416 611.233
- van de Vlaamse overheid 2.983.543 3.670.768 3.392.441 3.423.901 3.451.960 3.500.852
- van de provincie 4.000 8.664 1.300 1.500 1.500 1.500
- van andere entiteiten 99.810 148.092 1.050 1.050 1.050 1.050
4. Recuperatie individuele hulpverlening 61.395 27.823 62.379 59.595 60.139 60.168
5. Andere operationele ontvangsten 585.413 571.937 597.655 533.604 564.086 592.809
B. Financiële ontvangsten 464.537 572.861 462.210 301.564 301.564 301.564
19.758.602,75 20.766.546,00 21.170.762 23.535.072 23.287.997 23.948.775
III. Exploitatiesaldo 2020 2021 2022 2023 2024 2025
2.598.490 2.940.872 1.350.164 1.359.768 1.170.673 1.454.961
I. Investeringsuitgaven 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Investeringen in financiële vaste activa 695.825 168.832 0 0 0 0
1. Extern verzelfstandigde agentschappen
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 695.825 168.832 0 0 0 0
3. OCMW-verenigingen
4. Andere financiële vaste activa
B. Investeringen in materiële vaste activa 5.090.473 2.972.481 4.161.703 5.897.674 2.985.585 2.452.555
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 5.090.473 2.972.284 4.161.703 5.897.674 2.985.585 2.452.555
a. Terreinen en gebouwen 2.785.342 1.658.589 1.632.562 3.844.300 2.045.000 1.270.000
b. Wegen en andere infrastructuur 620.669 256.263 1.665.470 1.180.000 666.230 883.700
c. Roerende goederen 280.706 402.294 614.816 648.919 100.500 126.500
d. Leasing en soortgelijke rechten 1.403.256 655.138 172.355 172.355 172.355 172.355
e. Erfgoed 500 0 76.500 52.100 1.500 0
2. Andere materiële vaste activa 0 197 0 0 0 0
a. Onroerende goederen 197
b. Roerende goederen
C. Investeringen in immateriële vaste activa 179.241 193.944 486.022 144.000 95.000 70.000
D. Toegestane investeringssubsidies 140.633 192.833 469.325 525.364 154.735 165.850
- aan welzijnsverenigingen 22.040 89.439 288.235 220.672 50.000 50.000
- aan de politiezone 77.364 48.571 44.958 233.319 49.384 63.675
- aan de hulpverleningszone 36.941 40.213 90.741 43.373 50.351 47.175
- aan besturen van de eredienst 4.289 0 40.000 25.000 5.000 5.000
- aan andere begunstigden 0 14.610 5.390 3.000 0 0
6.106.172 3.528.090 5.117.050 6.567.038 3.235.320 2.688.405
II. Investeringsontvangsten 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Verkoop van financiële vaste activa 57.985 57.985 192.272 57.985 57.985 57.985
1. Extern verzelfstandigde agentschappen
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 57.985 57.985 192.272 57.985 57.985 57.985
3. OCMW-verenigingen
4. Andere financiële vaste activa
B. Verkoop van materiële vaste activa 928.187 8.987 0 400.000 750.000 230000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 928.187 8.987 0 0 750.000 230000
a. Terreinen en gebouwen 750.000 230000
b. Wegen en andere infrastructuur 927.775 8.987 0 0 0 0
c. Roerende goederen 412 0
d. Leasing en soortgelijke rechten
e. Erfgoed
2. Andere materiële vaste activa 0 0 0 400.000 0 0
a. Onroerende goederen 400.000
b. Roerende goederen
C. Verkoop van immateriële vaste activa 0 0 50.000 55.000 0 0
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 0 356.664 1.248.293 887.700 215.000 80000
- van de federale overheid
- van de Vlaamse overheid 30.800 184.589 887.700 215.000 80.000
- van de provincie 322.864 1.063.704 0 0 0
- van de gemeente
- van het OCMW
- van andere entiteiten 3.000
986.172,38 423.636,19 1.490.565 1.400.685 1.022.985 367985
III. Investeringssaldo 2020 2021 2022 2023 2024 2025
-5.119.999 -3.104.454 -3.626.485 -5.166.353 -2.212.335 -2.320.420
Saldo exploitatie en investeringen 2020 2021 2022 2023 2024 2025
-2.521.509 -163.582 -2.276.321 -3.806.585 -1.041.662 -865.459
I. Financieringsuitgaven 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Vereffening van financiële schulden 968.875 1.050.548 1.158.289 1.203.043 1.421.959 1.618.169
1. Periodieke aflossingen van opgenomen leningen en leasings 968.875 1.050.548 1.158.289 1.203.043 1.421.959 1.618.169
2. Niet-periodieke aflossingen van opgenomen leningen en leasings
B. Vereffening van niet-financiële schulden 0 0 200.000 200.000 200.000
C. Toegestane leningen en betalingsuitstel 128.625 723.260 1.744.213 340.728 58.000 190.000
1. Toegestane leningen 128.625 723.260 1.744.213 340.728 58.000 190.000
- aan autonome provinciebedrijven (APB)
- aan autonome gemeentebedrijven (AGB) 128.625 723.260 1.744.213 340.728 58.000 190.000
- aan welzijnsverenigingen
- aan andere OCMW-verenigingen
- aan de politiezone
- aan de hulpverleningszone
- aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) 0 0 0 0 0 0
- aan besturen van de eredienst
- aan niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen
- aan andere begunstigden
2. Toegestaan betalingsuitstel
D. Vooruitbetalingen
E. Kapitaalsverminderingen
1.097.499,89 1.773.808,00 2.902.502 1.743.771 1.679.959 2.008.169
II. Financieringsontvangsten 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Aangaan van financiële schulden 1.403.256 2.655.138 422.355 3.672.355 2.672.355 2.822.355
- opname van leningen en leasings bij financiële instellingen 0 2.000.000 250.000 3.500.000 2.500.000 2.650.000
- opname van leningen en leasings bij andere entiteiten 1.403.256 655.138 172.355 172.355 172.355 172.355
B. Aangaan van niet-financiële schulden 2.000.000
C. Vereffening van toegestane leningen en betalingsuitstel 216.237 244.429 330.329 384.146 393.750 397.914
1. Terugvordering van toegestane leningen 216.237 244.429 330.329 384.146 393.750 397.914
a. Periodieke terugvorderingen 216.237 244.429 330.329 384.146 393.750 397.914
b. Niet-periodieke terugvorderingen
2. Vereffening van betalingsuitstel
D. Vereffening van vooruitbetalingen
E. Kapitaalvermeerderingen
F. Bijdragen en schenkingen niet gekoppeld aan operationale
1.619.493,17 2.899.567,00 752.684 6.056.501 3.066.105 3.220.269
III. Financieringssaldo 2020 2021 2022 2023 2024 2025
521.993 1.125.759 -2.149.818 4.312.730 1.386.146 1.212.100
Budgettair resultaat van het boekjaar 2020 2021 2022 2023 2024 2025
-1.999.516 962.177 -4.426.139 506.145 344.484 346.641
MEERJARENPLAN HERZIENING 4 BEGINKREDIET 2023
Journaalvolgnummers: 79728
Gemeente Nazareth (0207.453.801) - Dorp 1, 9810 Nazareth
OCMW Nazareth (0212.201.356) - Zwanestraat 30, 9810 Nazareth

Investeringsprojecten (schema T3)

Terug naar navigatie - Investeringsprojecten (schema T3)
PRIO IP-PA1-02: Investeren in de lokale handel Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PA1-02: De lokale handel stimuleren vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 30.886 21.386 52.272
A. Investeringen in financiële vaste activa
B. Investeringen in materiële vaste activa 27.921 21.350 49.271
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 27.921 21.350 49.271
c. Roerende goederen 27.921 21.350 49.271
C. Investeringen in immateriële vaste activa 2.965 36 3.001
D. Toegestane investeringssubsidies
PRIO IP-PA2-01: Investeren in de open ruimte Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PA2-01: De open ruimte behouden vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 125.989 2.131.500 2.257.489
B. Investeringen in materiële vaste activa 2.000.000 2.000.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 2.000.000 2.000.000
a. Terreinen en gebouwen 2.000.000 2.000.000
C. Investeringen in immateriële vaste activa 125.989 131.500 257.489
D. Toegestane investeringssubsidies
II. ONTVANGSTEN
C. Verkoop van immateriële vaste activa 20.000 20.000
PRIO IP-PA2-02: Investeren in een toegankelijk groenblauw netwerk Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PA2-02: Het creëren van een toegankelijk groenblauw netwerk vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 1.471.386 540.741 2.012.127
B. Investeringen in materiële vaste activa 1.467.760 485.892 1.953.652
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 1.467.760 485.892 1.953.652
a. Terreinen en gebouwen 1.370.873 440.929 1.811.802
b. Wegen en andere infrastructuur 96.887 44.963 141.850
C. Investeringen in immateriële vaste activa 3.626 54.849 58.475
II. ONTVANGSTEN 13.985 213.250 227.235
B. Verkoop van materiële vaste activa 8.987 8.987
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 8.987 8.987
b. Wegen en andere infrastructuur 8.987 8.987
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 4.998 213.250 218.248
PRIO IP-PB1-01: Investeren in het voorrang geven aan voetgangers en fietsers Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PB1-01: Voorrang geven aan voetgangers en fietsers vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 131.721 346.067 477.788
B. Investeringen in materiële vaste activa 70.404 276.067 346.471
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 70.404 276.067 346.471
a. Terreinen en gebouwen
b. Wegen en andere infrastructuur 70.404 270.067 340.471
c. Roerende goederen 6.000 6.000
C. Investeringen in immateriële vaste activa 61.317 70.000 131.317
II. ONTVANGSTEN 8.822 145.000 153.822
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 8.822 145.000 153.822
PRIO IP-PB2-01: Investeren in gedeelde mobiliteit Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PB2-01: Gedeelde mobiliteit faciliteren vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 63.000 63.000
B. Investeringen in materiële vaste activa 63.000 63.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 63.000 63.000
c. Roerende goederen 63.000 63.000
II. ONTVANGSTEN 59.750 59.750
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 59.750 59.750
PRIO IP-PB2-02: Investeren in het vernieuwen van wegen Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PB2-02: De weginfrastructuur vernieuwen vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 787.684 2.212.742 3.000.426
B. Investeringen in materiële vaste activa 717.230 2.150.571 2.867.801
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 717.230 2.150.571 2.867.801
b. Wegen en andere infrastructuur 717.230 2.150.571 2.867.801
C. Investeringen in immateriële vaste activa 70.454 62.171 132.625
II. ONTVANGSTEN 317.865 1.565.954 1.883.819
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 317.865 1.565.954 1.883.819
PRIO IP-PB2-03: Investeren in een slimme en veilige weginrichting Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PB2-03: Focus op een slimme en veilige weginrichting vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 76.897 76.897
B. Investeringen in materiële vaste activa 16.072 16.072
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 16.072 16.072
b. Wegen en andere infrastructuur 16.072 16.072
C. Investeringen in immateriële vaste activa 60.825 60.825
II. ONTVANGSTEN 30.000 30.000
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 30.000 30.000
PRIO IP-PC1-01: Investeren in het voorkomen van afval Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PC1-01: Afval voorkomen vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 6.856 1.844 8.700
B. Investeringen in materiële vaste activa 6.856 1.844 8.700
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 6.856 1.844 8.700
c. Roerende goederen 6.856 1.844 8.700
PRIO IP-PC1-02: Investeren in afval sorteren Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PC1-02: Afval op de juiste plaats vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 11.395 27.280 38.675
B. Investeringen in materiële vaste activa 11.395 27.280 38.675
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 11.395 27.280 38.675
c. Roerende goederen 11.395 27.280 38.675
II. ONTVANGSTEN 11.739 11.739
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 11.739 11.739
PRIO IP-PC2-01: Investeren in ontharding Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PC2-01: De grond ontharden vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 90.275 31.000 121.275
B. Investeringen in materiële vaste activa 90.275 31.000 121.275
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 90.275 31.000 121.275
a. Terreinen en gebouwen 90.275 31.000 121.275
PRIO IP-PD1-01: Investeren in functionele, eigentijdse en duurzame infrastructuur Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD1-01: Zorgen voor functioneel gespecialiseerde, eigentijdse en duurzame infrastructuur vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 160.718 696.884 857.602
B. Investeringen in materiële vaste activa 160.718 696.884 857.602
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 160.718 696.884 857.602
a. Terreinen en gebouwen 160.718 694.384 855.102
c. Roerende goederen 2.500 2.500
II. ONTVANGSTEN 122.000 122.000
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 122.000 122.000
PRIO IP-PD1-02: Investeren in informele en toegankelijke ontmoetingsplaatsen Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD1-02: Informele en toegankelijke ontmoeting tussen mensen mogelijk maken vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 441.928 207.569 649.497
B. Investeringen in materiële vaste activa 423.247 216.250 639.497
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 423.247 216.250 639.497
a. Terreinen en gebouwen 398.290 156.250 554.540
b. Wegen en andere infrastructuur 24.957 20.000 44.957
c. Roerende goederen 20.000 20.000
e. Erfgoed 20.000 20.000
C. Investeringen in immateriële vaste activa 14.071 -14.071 -
D. Toegestane investeringssubsidies 4.610 5.390 10.000
II. ONTVANGSTEN 12.000 12.000
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 12.000 12.000
PRIO IP-PD2-01: Investeren in het lokaal erfgoed Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD2-01: Bestendigen en structureel verankeren van het lokaal erfgoed vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 28.469 246.032 274.501
B. Investeringen in materiële vaste activa 28.469 246.032 274.501
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 28.469 246.032 274.501
a. Terreinen en gebouwen 9.475 223.000 232.475
c. Roerende goederen 18.994 15.932 34.926
d. Leasing en soortgelijke rechten
e. Erfgoed 7.100 7.100
II. ONTVANGSTEN 80.000 80.000
D. Investeringssubsidies en -schenkingen 80.000 80.000
PRIO IP-PD2-03: Investeren in een complementair en toegankelijk vrijetijdsaanbod Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD2-03: Het uitbouwen van een complementair en toegankelijk vrijetijdsaanbod vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 500 3.000 3.500
B. Investeringen in materiële vaste activa 500 3.000 3.500
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 500 3.000 3.500
e. Erfgoed 500 3.000 3.500
PRIO IP-PD3-03: Investeren in Wel-zijn in Nazareth Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD3-03: Wel-zijn in Nazareth vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 6.109 6.109
B. Investeringen in materiële vaste activa 6.109 6.109
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 6.109 6.109
a. Terreinen en gebouwen 6.109 6.109
PRIO IP-PD3-05: Investeren in samenwerkingsverbanden Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD3-05: Meer realiseren door samen te werken met partners vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 3.000 3.000
D. Toegestane investeringssubsidies 3.000 3.000
PRIO IP-PD4-01: Investeren in kwaliteitsvolle opvang voor kinderen van alle leeftijden Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD4-01: Kwaliteitsvolle opvang voor kinderen van alle leeftijden vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 69.004 1.940.996 2.010.000
B. Investeringen in materiële vaste activa 1.700.000 1.700.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 1.700.000 1.700.000
a. Terreinen en gebouwen 1.700.000 1.700.000
C. Investeringen in immateriële vaste activa 69.004 240.996 310.000
II. ONTVANGSTEN 1.065.000 1.065.000
B. Verkoop van materiële vaste activa 980.000 980.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 980.000 980.000
a. Terreinen en gebouwen 980.000 980.000
C. Verkoop van immateriële vaste activa 85.000 85.000
PRIO IP-PD4-02: Investeren in een toekomstgerichte visie op onderwijs Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PD4-02: Een toekomst gerichte visie op onderwijs dat kinderen stimuleert, enthousiasmeert en ontwikkelt vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 33.335 195 33.530
B. Investeringen in materiële vaste activa 8.530 8.530
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 8.530 8.530
c. Roerende goederen 8.530 8.530
C. Investeringen in immateriële vaste activa 24.805 195 25.000
PRIO IP-PE3-01: Investeren in een nieuw dienstverleningsmodel Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PE3-01: Ontwikkelen en implementeren van een nieuw dienstverleningsmodel: op maat en voor iedereen vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 43.166 1.314.239 1.357.405
B. Investeringen in materiële vaste activa 25.410 1.274.590 1.300.000
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 25.410 1.274.590 1.300.000
a. Terreinen en gebouwen 25.410 1.274.590 1.300.000
C. Investeringen in immateriële vaste activa 17.756 39.649 57.405
PRIO IP-PE3-02: Investeren in een papierloze en cashloze organisatie Reeds gerealiseerd Nog te realiseren Totaal
PE3-02: Tegen 2025 is Nazareth een papierloze en cashloze organisatie vóór MJP in MJP vóór MJP in MJP na MJP
I. UITGAVEN 11.199 144.500 155.699
B. Investeringen in materiële vaste activa 11.199 127.500 138.699
1. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 11.199 127.500 138.699
c. Roerende goederen 11.199 127.500 138.699
C. Investeringen in immateriële vaste activa 17.000 17.000
MEERJARENPLAN HERZIENING 4 BEGINKREDIET 2023
Journaalvolgnummers:79728
Gemeente Nazareth (0207.453.801) - Dorp 1, 9810 Nazareth
OCMW Nazareth (0212.201.356) - Zwanestraat 30, 9810 Nazareth
Andere gebruikte dossiers op dit rapport:
Nog te realiseren in MJP:
MJP_HERZIENING_4_BEGINKREDIET_2023 2022: Budg. 79728
Reeds gerealiseerd in MJP:
JR_ORIGINEEL_2020 2020: Budg. 696825 Alg. 38874
JR_ORIGINEEL_2021 2021: Budg. 804256 Alg. 42748
Q_ORIGINEEL_2022_Q3 2022: Budg. 769426 Alg. 30947

Evolutie financiële schulden (schema T4)

Terug naar navigatie - Evolutie financiële schulden (schema T4)
Financiële schulden op 31 december 2020 2021 2022 2023 2024 2025
A. Financiële schulden op lange termijn 8.944.341 10.459.961 9.679.273 11.929.669 12.983.855 15.806.210
1. Financiële schulden op 1 januari 8.726.973 8.944.341 10.459.961 9.679.273 11.929.669 12.983.855
2. Nieuwe leningen 1.403.256 2.655.138 422.355 3.672.355 2.672.355 2.822.355
3. Aflossingen
4. Overboekingen -1.185.888 -1.139.518 -1.203.043 -1.421.959 -1.618.169 -
5. Andere mutaties
B. Financiële schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen 1.064.160 1.153.130 1.197.884 1.416.800 1.613.010 -5.159
1. Financiële schulden op 1 januari 847.147 1.064.160 1.153.130 1.197.884 1.416.800 1.613.010
2. Aflossingen -968.875 -1.050.548 -1.158.289 -1.203.043 -1.421.959 -1.618.169
3. Overboekingen 1.185.888 1.139.518 1.203.043 1.421.959 1.618.169 -
4. Andere mutaties
C. Financiële schulden op korte termijn 2.033
Totaal financiële schulden 10.008.501 11.615.124 10.877.157 13.346.469 14.596.865 15.801.051
MEERJARENPLAN HERZIENING 4 BEGINKREDIET 2023
Journaalvolgnummers: 79728
Gemeente Nazareth (0207.453.801) - Dorp 1, 9810 Nazareth
OCMW Nazareth (0212.201.356) - Zwanestraat 30, 9810 Nazareth
Andere gebruikte dossiers op dit rapport:
Meerjarenplan:
MJP_HERZIENING_4_BEGINKREDIET_2023 2022: Budg. 79728
Jaarrekeningen:
JR_ORIGINEEL_2020 2020: Budg. 696825 Alg. 38874
JR_ORIGINEEL_2021 2021: Budg. 804256 Alg. 42748

Financiële risico's

Terug naar navigatie - Financiële risico's

In dit document geven we je een niet-limitatief overzicht van de potentiële risico’s met een financiële impact op het bestuur. Deze toelichting kadert in artikel 177, 259 en 261 van het decreet lokaal bestuur en 3.5 van de omzendbrief KB/ABB/2019/4.

Het team Financiën heeft de ambitie om alle onderstaande risico’s met financiële impact structureel op te volgen en te remediëren waar nodig. Op basis van structurele rapportering aan het managementteam, het college en de raad zal een structurele en transparante informatiestroom ontstaan waarop beslissingen kunnen genomen worden.


Ontvangsten
Ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting
De ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting zijn voor Nazareth, net voor alle andere gemeenten, een belangrijke ontvangstenbron. In 2022 bedraagt de herraming bijna 4,7 miljoen euro, d.i. 22,1% van onze exploitatieontvangsten. In 2023 kent deze ontvangst een grote stijging, er wordt geraamd dat we dan bijna 6 miljoen euro zouden ontvangen. Dit heeft enerzijds te maken met de inflatie maar voornamelijk ook door het uitbetalen van 14 maanden in plaats van 12 maanden. Op basis van de voorspellingen van de FOD Financiën ontvangen we 5,5 miljoen euro in 2024 en 5,8 miljoen euro in 2025. We behouden ons tarief de volgende jaren op 6,9%. We hebben, gezien het percentage op onze exploitatieontvangsten, een correcte afhankelijkheidsgraad. Echter, een daling van deze ontvangsten, door het verkeerd inschatten van de groeimarges, zou een belangrijke impact hebben op de financiële evenwichten van dit meerjarenplan.

Maatregelen van de hogere overheden hebben een impact op onze ontvangsten. Het mogelijks afschaffen van de belastingschaal van 30% of eerdere maatregelen zoals de tax-shift zorgen voor lagere inkomsten voor de gemeente. Het is moeilijk te berekenen wat de netto-impact voor onze gemeente zou zijn mocht de tax-shift niet hebben plaatsgevonden.

Beheersmaatregel:

  • het maandelijks (vooruitgang van de inkohiering) en jaarlijks (evolutie van de opbrengsten) opvolgen van deze ontvangst zal ons tijdig zicht geven op de evolutie op zowel korte als lange termijn.

Ontvangsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing
Deze ontvangsten zijn voor 2022 geraamd op 4,86 miljoen euro, d.i. 23% van de totale exploitatieontvangsten. We behouden het tarief voor de volgende jaren op 787 opcentiemen. De kadastrale inkomens, de basis voor de belastingaanslag, zijn een zeer stabiel gegeven waardoor we deze ontvangsten vrij stabiel kunnen noemen. We houden in het Meerjarenplan rekening met een hogere groei van deze ontvangsten door de uitbreiding van de bedrijvenzone ‘de Prijkels’. De raming voor 2023 bedraagt 5,4 miljoen euro. De sterke inflatie heeft ook een belangrijke impact op deze belasting gezien de kadastrale inkomens hoger geïndexeerd zullen worden.

De belasting kan negatief beïnvloed worden door vrijstellingsmaatregelen van de Vlaamse overheid (vb. voor energiezuinige maatregelen, renovatie van verwaarloosde woningen,…).

Beheersmaatregel:

  • opvolgen van de evolutie van de jaarlijkse opbrengsten om positieve of negatieve tendensen te ontdekken.

Ontvangsten uit andere (eigen) belastingen
De tarieven en regels van onze eigen belastingen zijn grotendeels niet gewijzigd waardoor we de ontvangsten correct kunnen inschatten. De belastingen worden doorheen het belastingjaar ingekohierd. De opvolging van de te ontvangen belastingen is intensief maar loont.
Belastingreglementen moeten door de toezichthoudende overheid worden goedgekeurd. Gezien het gelijk houden van deze reglementen en ze in sé enkel te hernieuwen, verwachten we geen toezichtsmaatregelen.
Doorheen het jaar trachten we een zo correct mogelijke belastingaanslag te vestigen zodat we het aantal bezwaarprocedures kunnen beperken. Het aantal in te willigen bezwaardossiers is onder controle waardoor de geraamde en ingekohierde ontvangsten nauw aansluiten bij de gerealiseerde ontvangsten. We merken wel dat er meer bezwaren worden ingediend waardoor hier meer tijd aan besteed moet worden.

Beheersmaatregelen:

  • Steeds de meest actuele informatie verzamelen om zo correct en volledig als mogelijk in te kohieren.
  • Bij de (tussentijdse) vernieuwingen van de reglementen wordt rekening gehouden met informatie die volgt uit bezwaren en betwistingen uit het verleden.

Toepassing van retributiereglementen
Het lokaal bestuur Nazareth probeert de retributiereglementen zo helder als mogelijk op te stellen. Daar waar mogelijk en of nodig worden de tarieven, na delegatie door de gemeenteraad, vastgesteld door het uitvoerende orgaan.

De reglementen dienen vanzelfsprekend correct toegepast te worden door alle medewerkers. Een correcte kennis van deze reglementen is belangrijk.

Beheersmaatregelen

  • Duidelijk overzicht behouden van alle retributiereglementen en de manier waarop deze toegepast worden.
  • Een zo efficiënt mogelijke betaalcyclus met, indien mogelijk, een onmiddellijke elektronische betaling.

Opvolgen inkomende subsidies
Het is belangrijk dat het recht op subsidies goed opgevolgd wordt zodat het bestuur haar eventuele trekkingsrechten niet verliest. De volgende jaren wensen we dit goed op te volgen zodat alle subsidies waarop het bestuur recht heeft ook effectief geïnd worden. Dit zijn middelen die onmiddellijk ten bate zijn van de gemeenschap.

Beheersmaatregelen

  • Afspraken maken rond het beheren en registreren van inkomende subsidies en de eraan verbonden uitgaven.
  • Per subsidie een subsidieverantwoordelijke aanduiden die alles opvolgt.

Beleid rond structureel onvermogende debiteuren
De debiteurenopvolging gebeurt stipt en periodiek waardoor de openstaande vorderingen onder controle zijn. Er wordt een uitgebreid traject afgelegd vooraleer we overgaan tot gerechtelijke invordering. Vanwege de eigenheid zijn de vorderingen van de cliënten sociale dienst moeilijker te vorderen. We moeten hieraan de nodige aandacht blijven besteden.

Beheersmaatregelen

  • Hernieuwen en evalueren van procedures rond debiteurenbeheer.
  • Tijdig en periodiek uitsturen van facturen.
  • Gebruik maken van moderne betaaltechnieken voor een directe afwikkeling van de transactie.

Kader uitwerken voor een actieve invorderingspolitiek in sociale dossiers om verjaring van vorderingen te vermijden.

Uitgaven
De uitgaven zijn onder controle maar we merken dat de exploitatieuitgaven elk jaar te hoog geraamd worden. Dit zorgt voor een niet volledige realisatie en een hypothekering van middelen. Immers, de middelen die (onterecht) ingeschreven worden als exploitatieuitgaven kunnen niet gebruikt worden om investeringen te financieren. Dit heeft tot gevolg dat we op te nemen leningen inschrijven in ons meerjarenplan terwijl dit, mits een correctere inschatting van exploitatieuitgaven, zou kunnen voor lagere bedragen. De werkingskosten (groep 60/61) in de exploitatieuitgaven staat onder hoge druk van de inflatie. Heel veel zaken die het lokaal bestuur afneemt worden gevoelig duurder. Met uitzondering van enkele specifieke budgetlijnen en contracten hebben we deze groep aan budgetten niet lineair verhoogd. We gaan ervan uit dat de jaarlijkse marge die we hadden op deze budgetten, voldoende moet zijn om de verschillende prijsstijgingen op te vangen. We zullen dit evalueren in de loop van 2023.

Pensioenbijdrage statutaire ambtenaren en responsabiliserings-bijdrage
Een responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd door de provinciale en lokale besturen waarvan de pensioenlast, voor hun gewezen vastbenoemde personeelsleden en/of hun rechthebbenden meer bedraagt dan de wettelijke basispensioenbijdragen die zij voor datzelfde jaar betaalt. Het verschil tussen beide (=deficit) wordt vermenigvuldigd met de responsabiliseringscoëfficiënt en het resultaat vormt het bedrag van de bruto responsabiliseringsbijdrage. De responsabiliseringscoëfficiënt is een (tijdelijke) korting die deficitaire besturen genieten op hun deficit. De responsabiliseringsbijdrage zorgt er met andere woorden voor dat de ene gemeente niet moet opdraaien voor de opgebouwde pensioenlast van de andere.

We houden in het Meerjarenplan rekening met de ontvangen simulaties betreffende de responsabiliseringsbijdrage. De bijdrage wordt voor 2022 herraamd op 60.104 euro, in 2025 bedraagt dit al 194.385 euro. Deze extra uitgave zullen we financieren met enerzijds eigen middelen uit ons Pensioenfonds en anderzijds met middelen van de Vlaamse Overheid. De tussenkomst in de responsabiliseringsbijdrage werd ingeschreven in het Vlaamse regeerakkoord. We werken ook verder aan een derde pensioenpijler voor onze contractuele personeelsleden door de percentages aan bijdragen die we storten structureel te verhogen. Door deze maatregel te implementeren komt er een korting op de responsabiliseringsbijdrage.

Beheersmaatregel:

  • Het blijven opvragen van simulaties met betrekking tot de responsabiliseringsbijdrage en de evolutie hiervan nauwgezet opvolgen.
  • Kennis verwerven met betrekking tot de tussenkomst van de Vlaamse Overheid inzake de responsabiliseringsbijdrage.

Betwistingen en rechtszaken
Inwoners en bedrijven vinden steeds vaker de weg naar juridische procedures om hun gelijk te halen in een dispuut waarin de lokale overheden betrokken zijn. Denken we maar aan geschillen met betrekking tot fiscaliteit, omgevingsvergunningen, overheidsopdrachten, de aansprakelijkheid als wegbeheerder, de rol als organisator van lokale evenementen enzovoort. Het is aangewezen om deze geschillen centraal op te volgen, en de mogelijke (negatieve) financiële impact tijdig en ernstig in te schatten. Indien nodig kan het gemeentebestuur financiële reserves aanleggen als er onzekerheid is wat betreft de goede afloop van een hangend geschil van een belangrijke omvang.

De hangende juridische geschillen zijn eerder beperkt en kaderen in dossiervorming van burgerzaken en omgevingsvergunningen. Het lokaal bestuur tracht zich zo goed als mogelijk in te dekken en vraagt steeds juridisch advies mocht er een juridisch geschil dreigen te ontstaan.

Beheersmaatregel:

  • Goed opvolgen van de lopende juridische geschillen
  • Reserves aanleggen voor geschillen met een groot risico
  • Onderzoek naar voldoende dekking voor onze aansprakelijkheid in de verschillende verzekeringspolissen.

Financiële linken met verbonden besturen
De belangrijkste werkingssubsidies betalen we aan de Politiezone,  de Hulpverleningszone en de Zorgband. De impact van het lokaal bestuur op deze begrotingen is laag. Via overleg tracht het lokaal bestuur wel te wegen op de te betalen dotaties. De uitgaven van deze besturen bestaan voornamelijk uit bezoldigingen en sociale lasten. De samendrukbare uitgaven zijn dus eerder aan de lage kant.

Een overzicht van de verbonden besturen vindt u in de documentatie. Er zijn momenteel geen verrassingen wat financiële tussenkomsten betreft bij deze besturen. Duidelijke afspraken moeten wel gemaakt worden met alle besturen zodat het lokaal bestuur wel impact heeft op haar tussenkomsten en niet louter dient als financierder. Daarom zijn zowel met de Politiezone, de Hulpverleningszone als de Zorgband afspraken gemaakt om de doorheen de jaren opgespaarde reserve terug te laten keren naar de gemeenten. Op die manier vragen we aan onze partners om minutieus te budgetteren en enkel de gelden op te vragen die nodig zijn voor hun werking. Door middel van overleg sturen we bij waar nodig en kunnen onze satellieten ook steeds kort op de bal spelen bij opportuniteiten.

Ook aan de besturen van de erediensten vragen we een zo correct mogelijke financiële planning zodat we de middelen daar waar nodig optimaal kunnen inzetten.

Beheersmaatregel:

  • Via professioneel overleg een goede en open communicatielijn opzetten met externe verbonden besturen zodat er geen financiële verrassingen komen.


Financiering
Schuldenlast beheren en onder controle houden
Het schuldsaldo op 31/12/2022 van het lokaal bestuur bedraagt 8,8 miljoen euro. Dit is 733 euro per inwoner van de gemeente. Tegenover deze schuld staat een actieve investeringspolitiek. De autofinancieringsmarge is meer dan voldoende om de netto-periodieke aflossingen van de schuld te dragen. Budgettair is er op 31/12/2022 een autofinancieringsmarge van  522.000 euro. De actieve leningen zijn quasi allen gefinancierd met vaste rentevoeten. Dit betekent dat het lokaal bestuur niet kan en heeft genoten van de dalende rentevoet. De lening die we afgesloten hebben in 2021 is aan een uitzonderlijk laag tarief. Een herfinanciering van de bestaande kredieten is niet opportuun gezien de hoge te betalen herfinancieringskosten aan de financiële instellingen. Door de vaste rentevoet is er geen renterisico.

Voor de investeringen in deze legislatuur (inclusief die van het Autonoom Gemeentebedrijf en de investeringssubsidies aan onze partners) zullen we voor 10,9 miljoen euro financieren met leningen. Er wordt gezocht naar een zo goedkoop mogelijke kost voor de op te nemen leningen. In het Meerjarenplan zijn de aflossingen van de nieuwe leningen berekend op vijftien jaar aan een rente van 4,00%. Deze relatief korte terugbetalingstermijn is positief voor de intrestlast op de kredieten maar vraagt wel meer van onze autofinancieringsmarge. De rentevoet hebben we gevoelig doen stijgen gezien de huidige marktomstandigheden.

Uit berekening blijkt dat het schuldsaldo op het einde van het meerjarenplan, m.n. 31/12/2025, 15,3 miljoen euro zal bedragen (excl. de leasing van de openbare verlichting). Dit is in de veronderstelling dat alle investeringen volledig gerealiseerd zullen zijn en dat er geen overschotten zijn uit de verschillende jaarrekeningen. Ook op het einde van het meerjarenplan blijft de autofinancieringsmarge onder controle, we sluiten af met een AFM van bijna 235.000 euro. In dit schuldsaldo en voor de berekening van de schuldratio's houden we zowel rekening met de financiële schulden (bij banken) als de gespreide betaling (periode van 10 jaar) van de recreatiegronden. Het bedrag dat we moeten lenen is gevoelig gedaald gezien een aantal belangrijke projecten in de Gemeente en het Autonoom Gemeentebedrijf werden uitgesteld. De stijgende exploitatieuitgaven voor personeel en energie zetten de autofinancieringsmarge onder druk. Om ervoor te zorgen dat we alle financiële evenwichten konden respecteren werd het investeringsprogramma grondig geëvalueerd.

De netto-schuldratio bedraagt in 2022 0,60 en in 2025 bedraagt deze 0,73.

Beheersmaatregel:

  • Oog hebben voor actieve schuldfinanciering en diversificatie van de kredietportefeuille.
  • Bij de opmaak van het MJP een goede inschatting maken van de op te nemen leningen en de eraan verbonden aflossingen en intresten.

De algemene schuldenlast onder controle houden door het bepalen van ratio’s en het bewaken van de autofinancieringsmarge.

Organisatiebeheersing
Fraude in betalingsverkeer
Besturen worden geconfronteerd met creatieve oplossingen met het oog op het uitvoeren van financiële transacties zodat deze terechtkomen bij een malafide begunstigde. In deze optiek zijn er beheersmaatregelen in het kader van het betalingsverkeer en het verwerken van inkomende facturen. De medewerkers zijn gevraagd voorzichtigheid te bieden in wijzigende gegevens van onze leveranciers.

Ook CFO-fraude (mailverkeer van algemeen of financieel directeur aan medewerkers om betalingen uit te voeren) is in opmars. Ook hier zijn de communicatielijnen in onze organisatie uiterst kort dat we deze frauduleuze praktijken steeds hebben kunnen opvangen.

Beheersmaatregel:

  • Duidelijke afspraken maken wie wat mag wijzigen van betaalgegevens en welke informatie op welke manier opgevraagd moet worden bij onze begunstigden.

Projectplanning in functie van beschikbare budgetten en liquide middelen
Een oud zeer in heel veel gemeentebesturen is de lage graad van de realisatie van het vooropgestelde investeringsprogramma. Uitvoeringsgraden lager dan 60% zijn geen uitzondering. Dit zorgt voor heel veel problemen, niet alleen inzake optimale projectplanning, maar eveneens kan dit leiden tot onrealistische budgettering en vooral inefficiënte financiering.

De BBC wil hiervan uitdrukkelijk afstappen en beoogt de financiering te sturen vanuit liquiditeitsnoden en niet langer vanuit de budgetten. Maar ook dit vereist binnen de besturen een degelijk projectmanagement, wat niet alleen een duidelijke en tijdsgebonden planning inhoudt, maar al evenzeer een realistisch en haalbaar investeringsprogramma. Nog te vaak worden vanuit politiek oogpunt projecten en investeringen in een bepaald jaar ingeschreven, terwijl vooraf goed geweten is dat deze niet haalbaar zijn. Hoeveel een stad/gemeente op jaarbasis kan investeren is immers zowel financieel als operationeel gelimiteerd.

Dergelijke wijze van budgettering belast de administratie onnodig. Enerzijds de uitvoerende diensten, die de druk en stress ervaren om het onhaalbare toch mogelijk te maken. Anderzijds de financiële dienst, die zijn thesaurieplanning en het aangaan van nieuwe leningen niet kan stoelen op betrouwbare cijfers en assumpties.

Beheersmaatregel:

  • Monitoringtool ontwikkelen om te komen tot realistische projectplanning.
  • Projectfiches gebruiken en laten valideren voor projecten met een belangrijke financiële impact.
  • Periodieke rapportering over de vooruitgang van projecten en budgetten.

Beschrijving grondslagen en assumpties

Terug naar navigatie - Beschrijving grondslagen en assumpties

In dit hoofdstuk geven we u informatie over de basisveronderstellingen die we gebruikt hebben bij de opmaak van dit meerjarenplan. We geven u inzicht in de groeivoeten van de verschillende budgetrubrieken. Ook hoe we alles financieren en de assumpties daaromtrent vind je hierna. Vanzelfsprekend worden bij elke meerjarenplanaanpassing alle budgetten grondig geëvalueerd en bijgestuurd.


In deze meerjarenplanaanpassing (versie 2023/0) werden alle budgetten door de verschillende diensten nagekeken en aangepast waar nodig. Aanpassingen die een invloed hebben op meerdere jaren werden in de verschillende jaren meegenomen. Zodoende werd het volledige meerjarenplan geactualiseerd.

Deze aanpassing is gebeurd in zeer turbulente tijden met grote economische schokken. De ongekende hoge inflatie en energieprijzen hebben een heel grote impact op de uitgavenbudgetten van het lokaal bestuur. De uitgaven voor gas en elektriciteit werden aangepast en ook de personeelsbudgetten kenden een ongelooflijke groei in functie van de loonindexeringen. Met een quasi zelfde personeelsbezetting is het personeelsbudget in 2023 17% hoger dan in 2022. Zoals reeds toegelicht in de financiële risico's werd het investeringsproject drastisch geëvalueerd en werden heel wat projecten uit het meerjarenplan gehaald, meestal omwille van timing en het nog niet moeten voorzien van budgetten maar ook omwille van financiële redenen.

Exploitatie

Exploitatie uitgaven

Soort Groei Informatie
Goederen en diensten (60/61) 0%
  • Gezien de voldoende grote buffer op de werkingsbudgetten en om deze niet onnodig te verhogen, werd een nulgroei opgenomen in het meerjarenplan. Er zal bij meerjarenplanaanpassing gewijzigd worden waar nodig.
    Dit uitgangspunt hebben we, zelfs in huidige tijden, aangehouden. Op enkele heel specifieke budgetlijnen en contracten hebben we een groei toegepast maar in het algemeen gaan we ervan uit dat onze jaarlijkse marge voldoende zou moeten zijn
    om de stijgende prijzen op te vangen. Dit zal van nabij geëvalueerd worden.
Personeel (62) 2%
  • Vertrekpunt is de personeelsbezetting 2022 en de geactualiseerde bezetting voor 2023 (incl. de vacatures). Op deze bezetting is een personeelsbudget gekoppeld die de basis vormt voor de volgende jaren.
  • Collega’s die op pensioen gaan worden 1 op 1 vervangen, aan dezelfde weddeschaal.
  • De bijdrage voor de tweede pensioenpijler bedraagt 3%.
  • de vele indexeringen in 2022 hebben een grote impact op de personeelsuitgaven, het budget van 2023 ligt 17% hoger dan in 2022 en houdt rekening met de laatste informatie met betrekking tot het overschrijden van de spilindex zoals aangekondigd door het Planbureau.
  • voor 2024 en 2025 houden we telkens rekening met een inflatie van 2%
Andere operationele uitgaven (640/7) 1%
  • Het betreffen vnl. door het bestuur te betalen belastingen.
Sociale steun (648 1%
  • Alle uitgaven voor de steun van de sociale dienst
Overdrachten (649)  
  • De werkingsdotaties voor de Politiezone, de Brandweerzone, IVM, de Zorgband en de Kerkfabrieken werden gebaseerd op hun meerjarenplannen en/of afsprakennota’s.
  • De prijssubsidies voor het AG Nazareth werden gebaseerd op het meerjarenplan van het AG.
  • De andere subsidies (reglementen en nominatief) kennen doorheen het meerjarenplan een nulgroei.
Financiële kosten (65)  
  • De kosten van leningen zijn enerzijds gebaseerd op de aflossingstabellen van de bestaande leningen en anderzijds op een nieuwe, sterk gestegen rentevoet, van 4,00%. Leningen zijn gesimuleerd op vaste kapitaalsaflossingen over 15 jaar.

Exploitatie ontvangsten

Soort Groei Informatie
Ontvangsten uit de werking (70) 1%
  • Een groei van 1% op alle ontvangsten uit de werking door een verwachte toename van het aantal te leveren diensten.
Fiscale ontvangsten (73)  
  • Aanvullende Personenbelasting: op basis van historische gegevens zien we een gemiddelde jaarlijkse groei van 3%. De ramingen, opgenomen in dit meerjarenplan, zijn volledig afkomstig van de FOD Financiën. Er is een herraming voor 2022, een initiële raming voor 2023 en een voorspelling voor 2024-2027. Deze ramingen zijn beduidend hoger dan eerder ingeschreven in dit meerjarenplan. We volgen op of de ramingen van de FOD Financiën realistisch zijn gezien het precaire karakter van het financieel evenwicht, met in het bijzonder de autofinancieringsmarge.
  • Opcentiemen onroerende voorheffing en opcentiemen verkeersbelasting: gebruik van de door Vlaanderen aangeleverde formule, d.i. een groei van 3,5% in jaar x o.b.v. het cijfer van x-2. De groei die we zelf ingeschreven hadden voor 2023 (bedrijvenzone De Prijkels) wordt bevestigd en de raming is nog bijna 200.000 euro hoger dan eerder voorspeld. Voor 2024 werd een eenmalige groei van 6% (indexering kadastrale inkomens) ingeschreven. De raming voor 2025 is 2% hoger dan 2024.
  • Algemene gemeentebelasting: groei van 1% met verhoging van 100.000 euro in 2023 gezien de uitbreiding van bedrijvenzone De Prijkels. Deze verhoging is gebaseerd op de inkomsten uit de bedrijvenbelasting van de reeds bestaande ondernemingen in die zone.
  • Andere belastingen: geen groei toegekend.
  • Een geactualiseerd overzicht van de fiscale opbrengsten en de mutaties over de volledige periode 2020-2025 vindt u in de documentatie.
Algemene werkingssubsidies (7401/4)  
  • Gemeentefonds basisdotatie + aanvullende: door Vlaanderen aangeleverde cijfers
  • Andere subsidies: op basis van de aangeleverde cijfers door de subsidiërende overheid, indien niet aanwezig werd een groei van 1% gerekend.
Specifieke werkingssubsidies (7405/7)  
  • In het algemeen een groei van 1%, op de subsidies van de BKO en het onderwijs werd een groei van 2% gerekend. Voor de werkingssubsidies van het onderwijs werd rekening gehouden met de gelijkschakeling van de financiering van een leerling lager onderwijs/kleuteronderwijs. Op het moment van budgetopmaak was er geen zicht in welke mate de werkingssubsidies gingen stijgen naar aanleiding van de inflatie.
Toelagen m.b.t. sociale dienst (7408) 1%
  • Algemene groei van 1%
Andere operationele ontvangsten (741/7)  
  • Algemeen 1%, tenzij personeelsgerelateerd: 2%
Recuperatie steun (748) 1%
  • Volgt uitgavenstroom
Financiële opbrengsten (75)  
  • Op basis van de aangeleverde informatie. De daling in de dividenden is te verantwoorden door de overdracht van de openbare verlichting aan Fluvius en de verleddingsoperatie. De afschrijving van de investeringen wordt van het dividend afgetrokken. Zie ook de financiële risico’s wat de dividenden betreft van de distributienetbeheerders.
  • Vanaf 2023 is er significante daling van de dividenden door de gewijzigde en door de VREG opgelegde tariefpolitiek aan de distributienetbeheerders. Dit zorgt voor lagere dividenden voor de lokale besturen. De Vlaamse overheid zorgt de eerste jaren voor compensaties maar dit daalt geleidelijk aan de volgende vier jaren.

 

Investeringen

Een gedetailleerde lijst van investeringen werd opgenomen. Deze lijst bevat per investering de ontvangsten/uitgaven per jaar. De lijst is gestructureerd per investeringsproject. Elk investeringsproject begint met IP en heeft ofwel een cijfercode indien gekoppeld aan een prioritair actieplan, ofwel een beschrijvende naam indien gekoppeld aan niet-prioritair beleid.

Voorbeeld:

  • IP-PD4-01: dit betreft het investeringsproject gekoppeld aan prioritair actieplan PD4-01, m.n. Kwaliteitsvolle opvang voor kinderen van alle leeftijden.
  • IP-BKO: dit betreffen alle investeringen met betrekking tot de BKO, gekoppeld aan niet-prioritair beleid, vb. onderhoud BKO gebouwen, spelmateriaal,…

 

Binnen elk investeringsproject is voor budgettaire opvolging en rapporteringsdoeleinden een investering gekoppeld aan een actie. Via de actie en het beleidsitem is het mogelijk meer informatie over de investering te bekomen. Detailinformatie over de betrokken investering vindt u tenslotte in de laatste kolom, net voor de cijfergegevens.

Bij de opmaak van deze meerjarenplanaanpassing (4 de kwartaal 2022) werden de transactiekredieten 2022 van de investeringen geanalyseerd. De transactiekredieten van de investeringen die niet meer in 2022 worden uitgevoerd, zijn alvast verplaatst van 2022 naar 2023. Dit heeft geen invloed op de totale uitgave van een investeringsproject en werd niet meegenomen in de lijst met gewijzigde investeringen. Voor een overzicht van alle geraamde investeringen verwijzen we naar de investeringenlijst in het luik Documentatie.

 

Financiering

Financieringsuitgaven

De bestaande leningen werden ingeschreven op basis van de contractueel vastgelegde aflossingstabellen.

De kapitaalaflossingen van de nieuwe leningen zijn gesimuleerd op vaste kapitaalaflossingen met een terugbetaling over 15 jaar. De opname van een lening in jaar x kent een aflossing van 1/15 in jaar x+1.

De toegestane leningen aan het AG Nazareth zijn gelijk aan het investeringssaldo van dat betrokken jaar.

De terugbetaling van de lening aan de Volkshaard voor de aankoop van de recreatiegronden achter de sportsite (2 miljoen euro), loopt over 10 jaar.

Er zijn jaarlijkse kapitaalaflossingen voor de leasing van de openbare verlichting.

Financieringsontvangsten

In de vorige meerjarenplanaanpassing hadden we voor 13,5 miljoen euro aan nieuwe leningen ingeschreven, waarvan 11,5 miljoen euro leningen bij financiële instellingen en 2 miljoen euro bij de Volkshaard in het kader van een gespreide betaling van de aankoopsom van de recreatiegronden. De op te nemen leningen zijn, na grondige evaluatie van het investeringsprogramma, met 2,6 miljoen euro gedaald tot 10,9 miljoen euro.

De kapitaalaflossingen van het AG Nazareth aan de gemeente zijn op basis van het afschrijvingsritme van de onderliggende investeringen.

We ontvangen nog steeds een terugbetaling van een lening door Farys.

 

Resultaten

Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar

Het vertrekpunt voor dit meerjarenplan is het beschikbaar budgettair resultaat van het vorige boekjaar, i.c. is dit het rekeningresultaat van 201 en bedraagt 4.478.759  euro.

Beschikbaar budgettair resultaat

Op basis van voorgaande exploitatie-, investerings- en financieringsbudgetten komen we tot het beschikbare budgettaire resultaat. Dit resultaat is elk jaar ruim positief waardoor het de norm respecteert.

Autofinancieringsmarge

De autofinancieringsmarge toont aan in welke mate een bestuur in staat is zichzelf te financieren en welke middelen overblijven om eventueel nog extra te besteden aan leningsuitgaven. Het lokaal bestuur heeft, ook in deze moeilijke tijden,  nog steeds een positieve autofinancieringsmarge. Dit was enkel te realiseren door het leningssaldo te laten zaken en dus de investeringsuitgaven te evalueren.

Door het respecteren van ook deze norm is aan beide evenwichtsnormen voldaan.

De gecorrigeerde autofinancieringsmarge toont aan of een bestuur snel genoeg zijn leningen aflost. Een te trage terugbetaling van leningen hypothekeert immers volgende bestuursploegen. De correctie op de autofinancieringsmarge is elk jaar positiever dan de echte autofinancieringsmarge. Dit betekent dat het lokaal bestuur sneller zijn leningen terugbetaalt dan Vlaanderen verwacht. Ook de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge (gemeente + AG) is ruimschoots positief, m.n. bijna 700.000 euro.

 

Schuldratio

Het bestuur wenst naast de twee evenwichtsnormen haar financiële gezondheid ook te monitoren via de schuldratio. Via deze ratio drukken we de openstaande schuld op 31/12 van een bepaald jaar uit tegenover de geraamde totale exploitatieontvangsten van dat jaar, d.i. de bruto-schuldratio. In de iets strengere netto-schuldratio halen we de terugbetaling van de lonen van het onderwijzend personeel en de statutairen van de Zorgband uit de exploitatieontvangsten. Gezien de basis lager is, wordt de ratio hoger. Het bestuur wenst de schuldratio’s onder de 1 te houden tegen het einde van de legislatuur, dit betekent dat er geen grotere openstaande schuld is dan de totale exploitatieontvangsten. In het schuldsaldo houden we niet alleen rekening met de verwachte financiële schulden bij de banken maar ook met de gespreide betaling van de recreatiegronden.

Schuldratio 2022 2023 2024 2025
Bruto 0,52 0,57 0,62 0,64
Netto 0,60 0,64 0,70 0,73