Technologie

Thema

Terug naar navigatie - Thema

Digitalisering

Terug naar navigatie - Digitalisering

Trends en uitdagingen

Adoptie en gebruik ICT

De Vlamingen zijn online platformen gaan omarmen. Platformen die doorgaans een mobiele app als toegangspoort gebruiken. Ook voor zaken buiten de entertainmentsfeer stelt Imec (een onafhanelijke onderzoekscentrum in o.a. digitale technologie) vast dat mobiele apps – en bijgevolg ook de smartphone – fors terrein winnen als de favoriete toegangspoort tot online dienstverlening.

Mobiel betalen via bankapp vertoont een gelijkaardige groei en tikt vandaag af op 74% van de Vlamingen voor wie dat de betalingsnorm is geworden.

Eén op vijf Vlamingen heeft in het huishouden connectiviteit of toestellen te kort om iedereen binnen het huishouden online te laten zijn op de momenten waarop ze dat wensen of verondersteld worden te zijn.

Maar kunnen connecteren is niet hetzelfde als kunnen participeren: één op vijf Vlamingen heeft in het huishouden connectiviteit of toestellen te kort om iedereen binnen het huishouden online te laten zijn op de momenten waarop ze dat wensen of verondersteld worden te zijn.

12% van de Vlamingen geeft aan thuis onvoldoende toestellen te hebben om alle gezinsleden te laten telewerken of om afstandsonderwijs te volgen.

Digitale overheid

Het aantal Vlamingen dat de voorkeur uitspreekt voor een exclusief offline afhandeling van burgerzaken daalde vorig jaar tot 24%. Maar er zijn werkpunten: gebruiksvriendelijkheid en vertrouwen. Een kleine helft van de Vlamingen vindt het niet makkelijk om probleemloos te weg te vinden in de veelheid aan online platformen en diensten. Slechts 30% vindt de websites van de overheid duidelijk en toegankelijk. Er is ook een sterke stijging in diegenen die aangeven dat ze vaak dezelfde gegevens meerdere keren moeten doorgeven aan de overheid (49% in 2023, tegenover 26% in 2020).

De lokale overheid krijgt het vertrouwen van de helft van de Vlamingen om persoonlijke data aan toe te vertrouwen. Dat is een sterke vertrouwensbasis t.o.v. andere sectoren, maar dat vertrouwen daalt tegenover vorige jaren. Het is een indicatie voor een toegenomen bezorgdheid: 45% van de Vlamingen vindt dat de overheid te veel van ons weet.

Het aantal Vlamingen dat van een veelheid aan overheidsloketten naar één centrale plaats voor formulieren en documenten wil is 80%. Dit toont aan dat investeren in innovaties als Mijn Burgerprofiel en datakluizen waardevolle kaarten zijn om te trekken (maar dan met voldoende transparantie, want voor 19% is de overheid nu al transparant genoeg).

Analoge vs digitale dienstverlening?

Steeds meer Vlamingen hangen niet meer exclusief vast aan de klassieke ‘analoge’ vorm van dienstverlening (loket en papier). Dit wil voor alle duidelijkheid niet zeggen dat steeds meer Vlamingen de voorkeur geven aan een exclusief online dienstverlening. Integendeel: het aantal Vlamingen dat zich laat typeren als exclusieve ‘home digitalis’ daalt.  De voorkeur ligt ergens in het midden: een hybride mix van online en offline dienstverlening, mét ook hier een stijgende belang voor de smartphone als poort tot die dienstverlening.

We mogen niet blind zijn voor de groep mensen die wel nog een uitgesproken voorkeur heeft aan de offline vorm van dienstverlening. 38% voelt zich geforceerd  om allerhande digitale technologieën te gebruiken, communicatie met de overheid vindt vaker online plaats dan gewenst. Deze voorkeuren zijn ook steeds meer uitgesproken bij lagere inkomensniveaus. Zo onderstreept dit het belang om, naast een parallelle dienstverlening, ook te blijven inzetten op ondersteuning op vlak van toegang, vaardigheden en attitudes.

Artificiële intelligentie

Vandaag maakt 56% zich zorgen om de impact van AI op hun privacy en 64% maakt zich zorgen om de negatieve impact die AI kan hebben (71% maakt zich bijvoorbeeld zorgen om de foutieve informatie die AI kan helpen verspreiden).

Met de komst van AI werd mogelijk de kiem gelegd voor een nieuwe, vierde dimensie van de digitale kloof: efficiëntie. Een kloof tussen zij die A.I omarmen en daardoor efficiënter worden en zij die niet door A.I. ondersteund worden. De eerste drie dimensie van de digitale kloof zijn: toegang, vaardigheden en attitudes.

Vier technologieparadoxen

Imec onderscheidt vier technologieparadoxen:

  1. De afhankelijkheidsparadox: toename in het gebruik van smartphone en sociale media, tegenover een toenemend gevoel van afhankelijkheid en verslaving
  2. De waarheidsparadox: toename in het gebruik van onuitputtelijke en makkelijk te bereiken online informatiebronnen, tegenover een toegenomen bezorgdheid in de waarheidsgetrouwheid van die informatie (phishing, desinformatie, fake news …). Deze bezorgdheid duidt op het belang van cybersecurity.
  3. De dataparadox: gebruiksgemak en populariteit van online diensten die gebruik maken van profilering en personalisering, tegenover toegenomen bezorgdheid over privacy, transparantie en controle over de eigen data.
  4. De AI-paradox: grote overtuiging en verwondering om wat AI te bieden heeft, tegenover de angst dat AI een negatieve impact kan hebben.

Deze vier paradoxen tonen aan dat er in functie van een inclusieve digitale transformatie nog grote werven liggen.

Wat betekent dit voor Nazareth-De Pinte?

  • Inwoners gebruiken bij voorkeur een mobiele app (op hun smartphone) als toegangspoort tot online dienstverlening.
  • Dienstverlening gebeurt bij voorkeur in een hybride mix van online en offline dienstverlening. Werkpunten zijn de gebruiksvriendelijkheid en het vertrouwen in de verwerking van de persoonsgegevens. De verwerking moet veilig en transparant gebeuren.
  • De data van burgers wordt bij voorkeur niet meerdere keren opgevraagd bij de burger en voor formulieren en documenten wordt gestreefd naar één centrale plaats.
  • Initiatieven nemen (of verder zetten, bv. via het digibankenproject) om de digitale kloof te verkleinen. Een lokale overheid kan naast het opzetten van een parallelle dienstverlening ook blijven inzetten op ondersteuning op vlak van toegang, vaardigheden en attitudes.  
  • Het gebruik van A.I. moet met de nodige voorzichtigheid aangepakt worden.
  • De overheidscommunicatie moet waarheidsgetrouw zijn door in te zetten op anti-phishing en verdere cybersecurity.

 

Hoe dragen we bij aan de realisatie van de SDG's?

 

SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur: bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie.

SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen: maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam.

SDG 16: Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten: bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en bouw op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en toegankelijke instellingen uit.